Menke Jans Kroon voor 2 jaar verbannen uit de Oldambten

Inv.nr. 6341, 15 januari 1752

't hoog edele gerigte ratione officii C Menke Jans Kroon en vrouw geinhibeerden te Borgsweer.

Contenderende 't h: ed: gerigte ex officio tot confirmatie dat gedn zig niet zoude vermoogen te onderstaan nogte hebben te verdrijsten, om uit hun huis, veel minder uit deeze jurisdictie te verbrengen, vervoeren of doen verbrengen of vervoeren zoodanig hooi, kooren, leevendige haave of huismans gereedschappen en verdere mobilia zoo in derzelver huis en bij haar zijn hebbende, maar alle die in arresto te laaten verblijven heen ter tijd het hoog edele gerigte weegens een criminele actie, zoo tegens ue verder gedenkt te intenteren en dien angaande genoegzaam bekoomene informatien ter illucidatie van zaaken zal hebben erlangt.

Waarover Menke Jans Kroon gede stond geactioneert te worden. Dienende deezen voor gerigtelijk verbot.

Waarop en tegens ged nog jiemand zijnentwege coram judicio gecompareert, nog eenigzints de genomene conclusie gecontradiceert.

Werd het geemaneerde mandaat van arrest en verbot regtswege in contumatiam geconfirmeert. Pronuntiatum in judicio Termunten ut supra.

Inv.nr. 6341, 26 februari 1752

't hoog edele gerigte ratione officii impetrant C Menke Jans Kroon te Borgsweer gedaagde bij edictale citatie.

Gedaagde per edictum ad valvas, publice ingedaagt ten fine hem in persoon voor gerigte des Kleij Oldambts ter verantwoordinge te stellen nopens gepleegde anhaalinge van eenig provinciaal dijkhout, zoo dezelve zig teegens placcaaten van 's lands hooge magten, onwettiger wijze heeft durven verdrijsten te onderstaan.

Bij foute van non comparitie, na verlopene tijd van ses weeken, verus contumax verklaart, tegens ged op de gerigtelijk genoomene praeparatoire informatien, sub poena confessi et convicti, zal worden gevonnist als regtens.

Gedaagde het eerste termijn, bij edicte gestelt, hebbende laaten praeterlaberen, en niet voor gerigte erscheenen.

Heeft het h: ed: gerigte ex officio denzelven in primam contumatiam genoteert bij vijf mark breuk naar landregte.

Inv.nr. 6341, 11 maart 1752

't hoog edele gerigte ratione officii C Menke Jans Kroon te Borgsweer gedaagde

Gedaagde per edictum ad valvas, publice geciteert, ten eijnde zig in persoon voor deezen gerigte te verandwoorden nopens zoodanige hem gemaakte actie weegens door hem onwettig aangehaalt dijkhout, verder in de edictale citatie en laastgeslagene acte geexprimeert.

Voorts gedaagde, na verloop van het gestelde tweede termijn niet erscheenen, heeft het hoog edele gerigte ex officio denzelven in de tweede contumatie geteekent bij landregtelijke breuke van tijn mark.

Inv.nr. 6341, 25 maart 1752

't hoog edele gerigte ratione officii C Menke Jans Kroon te Borgsweer gedaagde

Gedaagde door edictale citatie publice ad valvas ingeeijst, ten eijnde zig in persoon voor gerigte ter verandwoordinge te sisteren nopens anhaalinge van provintiaal dijkhout door denzelven onwettiglijk en tegens prohibitoire placcaten van den lande gepractiseert, breder in den aanslag gestelt.

Voorts na exspiratie van 't derde termijn niet gecompareert.

Word ged regtsweege in de derde contumatie gemulcteert bij vijftijn mark naar landregte.

Inv.nr. 6341, 8 april 1752

't hoog edele gerigte ratione officii C Menke Jans Kroon te Borgsweer

Gedaagde na voorgaande citatien van viertijn tot viertijn daagen ordine gevolgt, publice per edictum driemaalen gedaagt en bij non comparitie jiedermaal regtsweege gecontumaceert, voorts ex superabundanti voor deeze vierdemaal ingeeijst en niet verscheenen.

Heeft het hoog edele gerigte den gedaagden Menke Jans Kroon verus contumax en van alle zijne exceptien en defensionalen versteeken verklaart en teffens onderheevig aan zoodaagine [sic] sententie condemnatoir als welgemelde gerigte, ex nobili officio, op de genomene praeparatoire informatien en probatoria over en tegens den gecontumaceerden tamquam reum confessum et convictum, naar regte, gedenkt te pronuntieren.

Inv.nr. 6341, 15 april 1752

Criminele sententie.

Alzoo Menke Jans Kroon, laastmaal gewoont hebbende te Borgsweer, bij edictale citatie persoonlijk ingedaagt, en na verloop van drie gestelde wettige termijnen, geduiriglijk absent gebleeven, eijndelijk voor de vierde en laaste maal verus contumax en van alle zijne exceptien en defensien versteeken is verklaart.

Het hoog edele gerigte des Kleij Oldambts, uit de genoomene informatien ratione officii, klaarelijk bevindende dat gecontumaceerde, direct na den storm van den 10 en 11 september 1751, zig heeft durven vestouten schuldig te maaken aan het onwettig anhaalen en vervoeren eener swaare dijkpost, behoorende aan de provintie van stad en lande, met deszelfs bekende merk geteekent.

Denzelven voor eerst op de weg na Lalleweer agter Borgsweer, en van daan met zijn peerden na de Meeden in de leegte te versleepen, voorts dien post tot zijn particulier gebruik en overdrift te emploieren, en eijndelijk zig den geheelen eijgendom derzelve op een opzettelijk valsch voorgeeven aan te maatigen.

Alles ten uitersten nadeelig aan de gemeene bescherminge en veiligheijd van 's lands dikagien, neevens het particuliere voordeel aller ingezeetenen en landgebruikeren deezer jurisdictie, mitsgaaders ten hoogsten strijdende tegens de poenale wetten en dikwerf herhaalde serieuse placcaaten en waarschuiwingen van 's lands hooge magten dien aangaande geemaneert en gepubliceert.

Zoo is 't dat zulken ondaat, naar rigeur van justitie niet gedult maar andere ten exempel en afschrik strengelijk dienende te worden gestraft.

Ik ambtman deezes gerigtes, weegens en uit name van hooger overheijd, regt doende op onstrafbare bewijzen en overeenstemmende beedigde getuigenissen, nopens de waarheijd van het fait, met alle deszelfs verdere circumstantien.

Den gecontumaceerden en absenten Menke Jans Kroon, voor den tijd van twee agter een volgende jaaren uit het territoir der beijde Oldambten doe verbannen, met interdictie dat zig verdrijstende, immiddels aldaar wederom te koomen, hij voor den tijd van ses maanden in het provintiale tugthuis zal worden gezet, om met zijner handen arbeijd duslang de kost te winnen, onvermindert egter den termijn van voorschreeven bannissement.

Condemnerende wijders den gecontumaceerden in de kosten van deezen processe, geene uitgezondert.

Dus apertis valvis publice gepronuntieert in het ordinaire regthuis te Termunten op saturdag den 15 april 1752.

P. Muntinghe, ambtman

Copyright © 1995-2020 J.G. Boerema

Startpagina  -  Duurswold  -  Genealogie  -  Bronbewerkingen  -  Transcript  -  Privacy Beleid  -  E-mail